Iedere dinsdag en zaterdag scharrelt de vermogende Branco rond op de Feidra da Ladra, de ‘dievenmarkt’ van Lissabon. Hij is op bezoek naar rariteiten waarvan de verkopers geen idee hebben van de waarde. Zijn antiekzaak kent een aantal categorieën verzamelaars en Branco weet wie hij moet bellen als hij weer eens een unieke vondst heeft gedaan.
“ ‘Ik verkoop wat mensen gelukkig maakt.’
‘Dat geloof ik niet.’
Hij keek me met gespeelde teleurstelling aan. ‘Dat mijn klanten hun verzameling kunnen uitbreiden maakt hen gelukkig. Ik zie het aan hun gezicht als ze bij me komen, als ze vertrekken met hun nieuwe aanwinst.’ ”
Op diezelfde markt verkoopt Julia haar schilderijen. De juist afgestudeerde kunstenares verdient daarnaast de kost door naakt te poseren voor (schilder) Valério en een aantal “oude, geile mannen”. Vaak wordt de sessie afgesloten met een vrijpartij die Valério bij zijn vrouw blijkbaar niet meer kan genieten.
De roman bestaat uit twee delen. In deel 1 maken we kennis met Branco en Julia en hun eigenaardigheden. Daarbij wisselt het perspectief van de een naar de ander in opeenvolgende hoofdstukken. In het begin is dat enigszins verwarrend. Denk dan ook niet dat Branco homoseksuele neigingen heeft, Valério vergrijpt zich aan Julia. De protagonisten komen elkaar tegen op de Feira waar Branco snuffelt tussen tweedehands boeken en Julia door een doos met oude foto’s bladert. Julia zoekt inspiratie voor nieuwe schilderijen. Als Julia er twee heeft gekozen die eenzelfde vrouw afbeelden, grist Branco de doos uit haar handen en koopt tot verbijstering van Julia het hele zaakje in een keer op. Hij heeft zich voorgenomen schrijver te worden en wil de foto’s als hulpmiddel (verhaallijn) gebruiken. Nauwgezet brengt Branco de foto’s in kaart, een serie die abrupt stopt in 1965. Wat gebeurde er daarna met die vrouw? Naarmate de weken verstrijken prent hij zich in dat er nog twee puzzelstukjes ontbreken wil hij tot zijn bestseller kunnen komen. Hij neemt zich voor koste wat kost ook de twee ontbrekende foto’s te bemachtigen, maar hoe vind je zo’n jonge vrouw op die immense markt?
In deel 2 gaan Branco, Julia en Valério op zoek naar de mysterieuze vrouw op de foto’s. Summiere bijschriften op enkele foto’s wijzen op een oorsprong in Frankrijk. Vrij eenvoudig weten zij de woonplaats van de vrouw op de foto’s – Yvette – te achterhalen. Vervolgens gaan zij gedrieën op zoek naar mensen die meer kunnen vertellen over Yvette en haar man Lucky. Ook is er sprake van een zoon, Philippe.
Dat Gert-Jan van den Bemd kan schrijven, moge duidelijk zijn. In deze roman komt ook een andere kant van hem naar voren, namelijk de kennis van de kunstenaar. Die weeft hij onnadrukkelijk door het verhaal, waardoor Julia meer ‘kleur’ krijgt. Toch blijven de karakters in vergelijking met zijn eerdere romans vrij vlak. Bovendien is het meest interessante deel weggelaten: hoe zijn Branco en Julia – buiten twee van haar schilderijen op basis van de foto’s – tot elkaar gekomen en hoe hebben zij een balans in hun streven gevonden? Zo’n tussendeel zou niet misstaan in een tweede druk.