Eigenlijk is de titel van deze verhalenbundel precies datgene waar alles om draait. In dertien verhalen toont Osipov waar het in essentie in het leven om gaat, hoe bar en/of surrealistisch de omstandigheden ook zijn: (over)leven, met rust gelaten worden, een beetje kunnen aanmodderen zonder al teveel inbreuk van buitenaf. Daarbij moet je vaak klakkeloos de heersende omstandigheden accepteren. In deze bundel kenmerkt het Russische volk zich dan ook door een zekere gelatenheid, berusting.
Af en toe klinkt er een vleugje melancholie in door. Daarbij hanteert de auteur een sobere, observerende stijl, zoals we die in Nederland kennen bij bijvoorbeeld A. Alberts en F.B. Hotz. Meestal betreft het verhalen in de derde persoon, waarbij de lezer de protagonist beter leert kennen door de interactie met de omgeving.
Osipov bewijst maar weer eens dat je ook interessante verhalen kunt schrijven zonder duidelijk herkenbare plot of oeverloze uitweidingen. Juist de stijl vormt de kracht van deze uitstekende verhalenbundel.