Je kunt Arnon Grunberg van veelschrijverij betichten: analyses, columns, essays en romans. De kwaliteit van alle registers die hij bespeelt is echter kwalitatief van hoog niveau, zo ook de satirische roman Zevenpoot, die knap is geïllustreerd door Thé Tjong-Khing.
De relatief kleine ouders Knoblauch zijn op bezoek bij de gynaecoloog, waar zij bij controle vernemen dat hun kindje gezond is. Toch is het niet geheel geruststellend, wanneer deze opmerkt:
“Wie aan voortplanting doet, speelt mee in de loterij.”
Tja, hoe ga je daar samen mee om… Mevrouw Knoblauch heeft niet veel aan haar man, maar dat vindt ze niet erg, want mannen waar je iets aan hebt, vervelen haar. Op pagina 21 zet Grunberg direct de toon van het verhaal. Mevrouw baart een zeer kleine jongen, een kind met acht benen. Of, zoals de gynaecoloog het beschrijft: “nauwelijks te onderscheiden van een levensgrote kever”. Chinese onderzoekers zien dat geheel anders:
“Uw zoon zou weleens de toekomst van de mensheid kunnen zijn. Klein en acht benen, hij kruipt door holen waar normaliter alleen ratten en kakkerlakachtigen doorheen kruipen. Hij heeft zich al aangepast aan de veranderingen die onze aarde zal ondergaan. Hij is de nieuwe mens.”
Het kan meneer en mevrouw Knoblauch niet schelen, zij beschouwen de zoon als hun geluksbrenger en houden zielsveel van hem, wat de omgeving daar ook van vindt. Meer acceptatie vanuit hun omgeving/de maatschappij zou echter welkom zijn en als een (zevenkoppig) kunstenaarscollectief voorstelt hun zoon te exposeren in het Stedelijk Museum, ziet vooral vader kansen. Of het echt iets uitmaakt voor de acceptatie van hun engel valt te bezien, zeker als koning Willem-Alexander het project typeert als:
“Hier worden de gruwelijke gevolgen van de witte, geprivilegieerde man zichtbaar: alle mensen hebben twee benen, maar nee, de witte geprivilegieerde jongeman moest er weer acht hebben.”
Vlak daarna breekt een beentje af, waarna de jongen zelf voorstelt hem voortaan Zevenpoot te noemen. Hij voelt zich meer verwant aan de familie van de duizendpoten dan aan die van de mensachtigen.
In deze satire passeren allerlei maatschappelijke uitdagingen de revue, de functie van sprookjes. Willem-Alexander ontvlucht zijn “rotvolk” en transformeert in een dier, de chauffeur van het busje dat Zevenpoot naar Ter Apel vervoert, stelt tevreden vast dat er daar allemaal mensen in het gras liggen: “dat vind ik gezellig. Geeft het toch iets sfeervols”. En zoals het een goed sprookje betaamt: Zevenpoot leefde nog lang en gelukkig! Kortom: Zevenpoot is een heerlijk boek!
Wil je luisteren naar het plezier dat beide mannen hebben beleefd tijdens de totstandkoming van Zevenpoot, ga dan naar: ‘Zevenpoot’ een sprookjesachtige samenwerking | NPO Radio 1