bedrijven of zelfs landen in het faillissement te manipuleren. Alles draait om short gaan: je neemt een optie op aandelen en verkoopt die tegen een vastgestelde prijs door – afnameplicht op een datum in de toekomst – aan een ander. Vervolgens trek je alles uit de kast om te zorgen dat die aandelen in waarde dalen. Als de aandelen een lagere koers hebben dan de door jou overeengekomen prijs met jouw afnemer steek je het verschil in je zak. Niet voor niets worden hedgefondsen de aasgieren van de kapitaalmarkt genoemd (en is het een gotspe dat het gros van de Westerse economieën hen geen strobreed in de weg legt).
Op zeker moment ontwikkelt Joe het programma Cassie. Door allerlei factoren met elkaar te verbinden – als er ergens een bedrijf omvalt, heeft dat gevolgen voor een hele reeks bedrijven die op een of andere manier verbonden zijn aan dat bedrijf – weet Cassie feilloos koersdalingen te voorspellen. Op zeker moment dreigt dat mis te gaan, en Lane Kaufmann verliest honderden miljoenen per dag. De dealers zoeken een zondebok en vinden die in Joe. Daarop vlucht hij naar een dorpje in Cornwall waar hij de zee inloopt. Ook al beweert hij zelf dat het geen zelfmoordpoging is, toch heeft het daar alle schijn van.
Als door een wonder spoelt Joe aan op het strand van St Piran. Een walvis heeft zijn leven gered. Die walvis is daarbij gestrand. Onder aanvoering van die vreemde man die naakt op het strand is gevonden – Joe – weten de inwoners van het ruim driehonderd zielen tellende dorpje het dier terug in zee te krijgen. De maanden daarna duikt het zoogdier nog regelmatig op voor de kust.
Het duurt niet lang of Joe is geheel opgenomen in de kleine gemeenschap. Als hij van iemand een computer mag lenen, kan hij de drang niet weerstaan en logt hij in bij cassie. Tot zijn schrik ziet hij dat het programma op tilt is geslagen. De complete economie zal instorten, oliegebrek, nutsvoorzieningen die uitvallen, voedselschaarste en als gevolg van dit alles anarchie; de wereld zal vergaan. Daarop besluit hij als een gek voorraden in te slaan, zodat zij straks niet verhongeren. Hermetisch sluit men het dorp af van de buitenwereld. Helaas weet toch één iemand van buiten St Piran te bereiken: Janie, de leidinggevende van Joe bij Lane Kaufmann. Zij blijkt ernstig ziek en draagster van een uiterst besmettelijk griepvirus waaraan dagelijks duizenden mensen overlijden.
Ondanks de komst van Janie blijft de bevolking van het dorp gespaard. Weliswaar raken Joe en dominee Hocking besmet, maar zij krabbelen er weer bovenop. En zij hebben te eten. De gemeenschapszin onder de mensen is enorm, in tegenstelling tot het eigenbelang dat Joe in dergelijke omstandigheden had verwacht. Tenslotte was dat de aard van economisch streven en van hedgefondsen in het bijzonder. Niets blijkt minder waar.
Met De dag dat de walvis kwam heeft Ironmonger een vlot lopend verhaal geschreven, waarin het dorpsleven en de onderlinge afhankelijkheden van de bewoners sterk zijn neergezet. Hier en daar is het enigszins ongeloofwaardig, maar het haalt de vaart er niet uit. Tot hoofdstuk 31, aan de vooravond van Kerstmis. Jammer genoeg transformeert het verhaal aan het einde tot het genre feelgood.