Twee families zien we in hun ontwikkeling van de laatste twee decennia van de 19e eeuw tot en met WO-I. De Ierse settler Hamilton sappelt in de Salinas Vallei in Californië. Op mysterieuze wijze vergaren de Trasks een fortuin. Via pater familias Samuel Hamilton raken de twee families met elkaar verbonden.
East of Eden is een verhaal over goed en kwaad. Over goedzakken als Adam Trask versus intens slechte mensen als zijn vrouw Cathy. Wat heeft die karakters bepaald? En hoe is het mogelijk dat binnen een en hetzelfde gezin kinderen zich tot uiterst tegenstrijdige persoonlijkheden ontwikkelen? Interessant daarbij is dat het verhaal deels autobiografisch is, al blijft het gezin waarin John Steinbeck – zijn moeder is een Hamilton – opgroeit, gespaard van de uitersten van goed en kwaad.
Lee, de Chinese bediende van Adam Trask, is de filosoof in East of Eden. In feite is hij het die de tweeling Aron en Caleb opvoedt. Ook die tweeling is getekend door de stempels goed (Aron) en kwaad (Caleb), al zullen de karakters uiteindelijk naar elkaar toegroeien. Daarbij is de rol van Lee bepalend.
De Engelstalige editie van East of Eden wordt voorafgegaan door een voorwoord van zo’n 30 pagina’s. Het is geschreven door hoogleraar David Wyatt. Nadat je dit hebt gelezen, durf je gezien de complexiteit ervan nauwelijks meer aan het boek te beginnen. Sla dat voorwoord dus maar over. Het verhaal is uitstekend te lezen en te begrijpen zonder de uitvoerige analyse die Wyatt van het boek geeft. Hou je van Sebastian Barry’s Days without end? Dan zul je smullen van East of Eden. Het is een waar meesterwerk!