Moeders idealen zijn gefnuikt: voorbeeldige zoon Cas is dood en heeft haar achtergelaten met diens Marokkaanse vrouw Yousra en hun zoontje Aziz (“Wie nóemt een zoon nu zo!”), Mischa is het zwarte schaap van de familie die van jongs af aan het bloed onder haar nagels vandaan heeft gehaald en Ruben probeert zijn hele leven al het haar naar te zin te maken ofwel heeft er een dagtaak aan witte voetjes te halen. De jongens zijn totaal verschillend van karakter. Cas was de ondernemer, terwijl Mischa een onzekere, angstige docent-schrijver is die via bravoure de schijn wil ophouden.
“Indirect geeft ze zichzelf er de schuld van dat een aanzienlijk deel van haar kinderen, om precies te zijn een derde, inmiddels als verloren kan worden beschouwd voor zoiets eerzaams als maatschappelijke vooruitgang, ook al heeft Mischa er inmiddels dat baantje als leraar bij, hoewel dat niets anders is dan een dekmantel.”
Ruben heeft het gevoel dat hij immer door zijn twee oudere broers is buitengesloten, wat zich uit in een extreme vorm van jaloezie ten opzichte van alles en iedereen. Hij heeft een “niet-aflatend gevoel tekort te schieten en wil vooral aardig gevonden worden.”
“Jaloezie is zijn motor, zoals Mischa’s motor conflict en rancune zijn, in ieder geval de motor achter zijn schrijverschap.”
“Hij gunde het hem, natuurlijk, hij gunde hem alles, maar hij gunde zichzelf toevallig nog net ietsje meer.”
Willem heeft goed geboerd en de hypotheek op de woning in Woerden is afgelost. Alle drie zijn zonen hebben daarom een jubelton ontvangen. Wellicht kan het de onderlinge verhoudingen verbeteren. Cas heeft het geld geïnvesteerd in zijn horeca imperium, Mischa heeft het gebruikt om na zijn scheiding van Mara een appartementje in Rotterdam te kopen. Ruben heeft het slimmer aangepakt: hij heeft het in een investeringsfonds gestoken, waarmee hij voor 9% eigenaar wordt van een te bouwen park met ecolodges in Thailand.
Ter gelegenheid van de promotie van Ruben reizen de ouders per trein af naar Heidelberg, terwijl Mischa met de Renault Laguna van Willem een dag later zal volgen. Hij zal de urn met de as van Cas meenemen (die hij bijna vergeet). Gezamenlijk zullen zij de as de dag na de promotie vanaf een heuveltop in de buurt uitstrooien.
Zonder dat zij het van elkaar weten, delen Mischa en Willem eenzelfde geheim: beiden zijn op non-actief gesteld (docent Mischa) of verplicht vertrokken (Willem) ten gevolge van handtastelijkheden. Geheimen blijven echter nooit bewaard en op de meest ongelukkige momenten komt de waarheid boven tafel, zo ook hier. Wat een feestelijke viering van een doctoraat moet worden, eindigt in een avond met felle onderlinge verwijten.
Na een door drank doorwaakte nacht, hijsen Ruben en Mischa zich de volgende dag op de gehuurde mountainbikes. Voordat het helmpje van Willem past, zijn er minuten verstreken. En Annet wil natuurlijk zeker stellen dat zij er ook in deze outfit nog altijd verzorgd uitziet. Eenmaal boven aan de top gekomen, vraagt Annet:
“ ‘Mischa, pak jij de urn even?’
Maar hij durft zich niet te verroeren, hij zit aan de picknicktafel en staart naar zijn handen. Boven hem de bleke zon en achter hem, voorbij het muurtje, de bomen, het dal en de rest van de wereld, en het enige waarop hij nu nog durft te hopen, is een wonder.”
Heidelberg is een heerlijke schets van een gezin, waarin iedere lezer wel een karakter herkent uit de eigen omgeving. Simons hanteert gedoseerd droge humor en originele metaforen om de tragikomische situatie weer te geven waarin de familie Wagenaar ten slotte is beland. Een genot om te lezen!