De in Cincinnati, OH geboren Amerikaanse schrijver Michael Cunningham (1952) debuteerde in 1990 met de roman A Home at the End of the World. Zijn bekendste werk is The Hours (1998), dat werd bekroond met zowel de Pulitzer Prize als de PEN/Faulkner Award. Day is zijn tiende roman. Cunningham woont in New York waar hij doceert aan Yale University.
In zijn tienerjaren was de auteur allesbehalve een lezer, tot hij in de schoolbibliotheek kennismaakte met Mrs. Dalloway van Virginia Woolf. ‘I was the first person who lend it,’ zegt hij tijdens een interview in Rotterdam. ‘Than I saw what words could do, what one could achieve with words. Virginia Woolf sounded like Jimi Hendrix to me.’
Michael Cunningham werkte aan een roman toen corona uitbrak. Toen besefte hij dat hij dit werk moest laten rusten en de tijdgeest vatten van het moment, de invloed van deze periode op ons dagelijks leven. ‘A historical lecture,’ zoals hij Day karakteriseert. Niet om belerend te zijn. In het algemeen streeft hij ernaar de lezer iets te bieden waardoor deze geraakt wordt, waardoor deze het fijn vond even in een andere wereld te vertoeven, al betekent dat niet terug te keren naar die tijd van lockdowns en ander ongemak,
Day bestaat uit drie delen die zich allemaal afspelen op 5 april. In 2019 is het ochtend. Dan en Isabel wonen in een klein appartement in Brooklyn. Hun kinderen Nathan (10) en Violet (5) delen een kamer. De bovenste etage is het domein van Robbie, Isabels broer. De laatste heeft op zesendertigjarige leeftijd nog altijd niet kunnen beantwoorden aan zijn eigen en andermans verwachtingen. Met behulp van avatar Wolfe heeft hij online een parallel leven gecreëerd: Wolfe is de twee jaar oudere broer waar hij en Isabel in hun jeugd over fantaseerden. Wolfe is knap, succesvol en door iedereen geliefd. Was de reële wereld maar zo mooi. Het huwelijk tussen wannabe rockstar Dan en senior beeldredacteur Isabel is broos. Eén ding hebben zij gemeen: beiden zijn op geheel eigen wijze verliefd op Robbie. Zij beschouwen hem ieder als hun beste vriend.
“Robbie and Dan know they’ve become the central couple. Isabel is, increasingly, a dream they’re having.”
Nu Nathan begint te puberen, zou het beter zijn als Violet en hij ieder een eigen kamer hadden, maar hoe zeg je dat tegen Robbie, waarvan niemand afscheid wil nemen? Dan kondigt Robbie zelf aan op zoek te gaan naar een andere woning.
In de middag van 5 april 2020 is er de realiteit van de coronapandemie. Robbie viert vakantie in een hut geïsoleerd van de IJslandse buitenwereld als het internationale (vlieg)verkeer stil komt te liggen. Via appjes onderhoudt hij contact met Dan en Isabel en de kinderen. Daarnaast schrijft hij lange brieven, die echter nooit worden gepost bij afwezigheid van enige posterijen in de verre omtrek. De eenzaamheid kruipt in deze pagina’s tussen de regels door, ook die aan de andere kant van de oceaan.
Gelukkig mogen mensen weer anderen ontmoeten op 5 april 2021, zo ook op deze avond. Isabel heeft haar meisjesdroom in vervulling laten gaan en woont inmiddels in een vervallen huis in de natuur. Nathan pubert verder of, zoals Isabel het formuleert:
“…she knows a Nathan who is no longer his past but not yet his future self – the living specter of her son, quintessence as much as entity, without qualities more specific than anger, self-recrimination, and the fundamental imperishable aliveness Isabel knows of him in utero, the flicker of self that would render him recognizable to her if he died and were reincarnated.”
In het laatste deel loopt de spanning op. Of je wilt of niet, je móet doorlezen, waarbij je in gedachten meermaals ‘Nee, laat dat niet gebeuren’ schreeuwt.
Michael Cunningham heeft met Day (weer) een verrassend verhaal geschreven waarin de intermenselijke verhoudingen op bijzondere wijze zijn uitgewerkt.