Als je een inkijkje wilt hebben in het reilen en zeilen in Brussel, de EU, is dit jouw roman. Let op: roman, want het is een fictief verhaal. En toch weet Menasse het zo te beschrijven, dat je denkt: o, zo zit het dus.
De hoofdstad begint met een varken dat ’s nachts door het centrum van Brussel loopt. Waar komt dat beest vandaan? En wat moeten wij, lezers, met een varken terwijl we een boek hebben gekocht dat het functioneren van de EU tot thema heeft? Troost u: dat varken komt meerdere malen terug (en niet omdat al die EU-bestuurders varkens zijn), ook als tastbaar voorbeeld in verband met regelgeving.
In Brussel wordt onderkend dat men een probleem heeft; de EU leeft niet meer, sterker nog: de burger wendt zich af van het Europese gedachtengoed. Nationalisme steekt overal de kop op. Dus wordt besloten een jubileum te organiseren waarbij ‘alle’ burgers van de EU betrokken worden. Martin Susman, werkzaam op de communicatieafdeling, heeft een plan: als thema kiest hij Auschwitz. Tenslotte was dat een van de redenen de EU op te richten: nie wieder. Hij ziet het tevens als middel tegen het woekerende nationalisme. Alle Europese lidstaten hebben geleden onder de Jodenvervolging, dus wat is een betere plaats – neutraal, niet aan een land gebonden – om zo’n memorabele gebeurtenis aan te verbinden? Het duurt even, maar uiteindelijk vindt men de ideale representant voor het gebeuren: David de Vriend, overlevende van Auschwitz. Zelfs de president van de EU haakt aan, dus het plan kan niet mislukken. Of toch? Je voelt hem al aankomen…
De hoofdstad schetst een onthutsend verhaal over het functioneren van de EU: we doen alles samen, uit ons aller belang, totdat we een sluipweg ontdekken, waarmee we iets meer voordeel kunnen behalen dan de rest, onder andere via de export van slachtafval (varkens) naar China. Ook Alois Erhart, emeritus hoogleraar economie en man van wereldfaam, kan daar niets aan veranderen. In de denktank inzake verbetering van het imago van de EU gooit Erhart alles in de strijd. Zijn laatste kunstje wordt voor hem een nachtmerrie in deze club van strebers en narcisten.
Dan is er ook nog die moord, de Atlas-moord. In hotel Atlas wordt een man doodgeschoten. Commissaris Brunfaut is verbijsterd dat alle aanwijzingen die hij met zijn team rond de moord heeft verzameld, spoorslags zijn verdwenen uit alle (ict-)systemen. Brunfaut is een oprecht mens, iemand die tegen wil en dank het beste voor de mensheid nastreeft, een man die gelooft in de kracht van de EU. Naïef? Waren maar meer mensen zo ‘naïef’ als Brunfaut en Martin Susman, waren er maar meer mensen die denken in het belang van velen in plaats van het eigenbelang. Brunfaut komt er uiteindelijk achter uit welke hoek de moordenaar komt, een schokkend verband tussen de EU en religieuze groeperingen. Menasse schrijft het niet (show, don’t tell), maar Brunfaut is verbijsterd en teleurgesteld dat hij nooit achter de naam van de dader zal komen, die wij als lezer al in het begin van het boek kennen.
De hoofdstad is in Duitsland verkozen tot het beste boek van 2017. Deze roman is op meerdere gebieden een aanrader: Menasse schrijft prachtig proza, hij toont ons een geloofwaardige blik in de ambtenarenkeuken van de EU, waar eigen gewin, macht en carrière vele malen belangrijker zijn dan het welzijn van ons, EU-burgers. De hoofdstad is een van de beste romans die ik onlangs heb gelezen.